Welkom bij  dorpswebsite Abbenes.net!!

Bezoek aan oudste geboren en getogen Abbenesser               Bertus Hoogkamer deel 2.

Vervolg van 20 april.....

Op zijn 14 de jaar (1937) ging Hoogkamer al met de dorsmachine van Piet Schalk of Bertus Broxterman mee. Tarwe of karwei dorsen. Zo was hij eens bij Buitenhuis, waar hij het karweistro moest opruimen. Maar dat was niets waard. Hoogkamer stond 20 meter bij de dorsmachine vandaan en zag de zin niet zo van het waardeloze stro opruimen, dus hield hij een lucifer bij het stro…..kwam net de boer eraan, betrapt! Hij heeft het snel uitgetrapt.

Hoogkamer werkte járen bij de dorsmachine of pers. Hij moest dan ook naalden of draden steken, koren maaien, schoven dorsen etc. Hoogkamer maaide met de zicht, met Aart en Gijs Kiep. Hij heeft de slag nog, doet het nog even voor! Toen hij voor het eerst erwten ging maaien bij Baars, startte Hoogkamer als eerste en de anderen kwamen achter hem aan. Nou dacht hij, je moet het maar kunnen, voor ’t eerst maaien en dan al voormaaier! (hij liep dus voorop). Maar na drie baantjes werd hij al ingehaald. Hoogkamer moet hier zelf smakelijk om lachen. Later is het goed gekomen, verzekert hij.  Daar wordt niet aan getwijfeld, zelfs nu is hij nog geestdriftig.

 ’s Zomers werd er op de boerderij om 5 uur begonnen, tot 8 uur. Dan was er van 8 tot half 9 ‘schaft’. Daarna weer werken tot 12 uur. Er werd thuis gegeten. Om 1 uur was iedereen weer present en werd er gewerkt tot 6 uur, later werd dat 5 uur. Vader Dirk Hoogkamer dacht eens ‘je bekijkt het maar’ en kwam met de paarden en ploeg om half 5 terug op het erf. Hij moest ze immers nog uitspannen en dan was het alsnog 5 uur.  Vanaf die tijd was dat toegestaan.

 Hoogkamer had eens een afspraakje op de kermis in Abbenes, die toen nog werd gehouden, gewoon op een stukje weiland. Maar, zoiets komt weleens onverwacht, hij moest even uit de broek. De kakdoos stond tegen de schuur van Den Butter aan de Heijelaan.  Dus Hoogkamer week af van zijn route en belandde zo op het schijthuis. Maar z’n vrienden hebben hem daar klem laten zitten, zodat hij zijn afspraakje miste.  Van boosheid is hij helemaal niet meer naar de kermis gegaan, maar heeft hij rechtsomkeer gemaakt naar huis.

 Hoogkamer trouwde met Corrie van Velzen uit Sassenheim, dochter van de kolenboer, op 15 juli 1948. Eerst woonden ze in bij vader en moeder Hoogkamer, zoals in die tijd vaak gebeurde. Later verhuisde het paar naar Hoofdweg 1772, naast de winkel van Sjoek van der Meer. Dat ging heel anders dan tegenwoordig. Het huis was eigendom van Den Butter. Vrouw Kulk deed ook naar het huis en zei Hoogkamer geen gedag meer, ze waren immers concurrenten. Hoogkamer stapte op  eigenaar Piet den Butter aan de Hoofdweg 1734 (waar nu Willem den Butter nog woont) af. Die gunde het Hoogkamer en er werd toestemming aan de gemeente gevraagd, dat moest in die tijd dan weer wel.

 De huurprijs werd bepaald op 5 gulden per week. Maar omdat het huisje onbewoonbaar was verklaard, bepaalde de huurcommissie dat dat 2,50 gulden moest worden. Om de twee weken werd de  huur opgehaald.

Het eerste jongetje dat werd geboren, was niet gezond (een te groot hartje) en is  helaas na een half jaar gestorven. Daarna werd in 1950 dochter Hanneke geboren. “Ik stapte over op een zoon, of mijn vrouw, dat weet ik niet meer” : in 1953 kwam zoon Theo. Waarna nog twee  dochters volgden: Hennie en Corrie. De familie sliep met zijn zessen op de zolder, wat ook tevens kraamkamer was, de kinderen werden groter, bij het laatste kind bleef de zuster ook nog slapen. De privacy was ver te zoeken en verdere gezinsuitbreiding is toen ook uitgebleven.

Hoogkamer weet nog dat in de winter van 1960 met de januari-storm de dakpannen van het halve dak waren afgewaaid. Hoogkamer was aan het werk middels de Werkverschaffing bij Gort in de drainage. Het sneeuwde flink die winter en gelukkig  mocht hij naar huis om de dakpannen er weer op te leggen. Via die Werkverschaffing werden de losse landarbeiders, die na de oogsttijd vaak naar huis werden gestuurd,  ’s winters aan werk geholpen. Dan werden klussen gedaan als drainage en diepspitten. Hoogkamer herinnert zich nog dat hij rond 1948/1950 bij Baars aan het diepspitten was. De lichte grond ging naar onderen, de zware grond moest naar boven. En dat 1.60 tot 1.80 meter diep, met het schopje!!!  Van een Arbodienst had men toen nog niet gehoord. “Mijn vader en ik hebben je schoonvader nog helpen rijk maken, hahaha”.

In de jaren 60 hadden ze bij Hoogkamer als een van de eersten in Abbenes een televisie. Dat ging als een lopend vuurtje en op woensdag- en zaterdagmiddag zaten er meestal veel kinderen uit de buurt te kijken.

Als er kermis was in het dorp, stond vader Hoogkamer met de biertent. De kermis is effe bij het padje bij de brug geweest, later ging je bij Gijs Kiep over de werft, dammetje over de sloot, naar het land van Baars. Hoogkamer kon niet goed dansen, hij was niet zo’n danser. Zwager Toon Vermeulen juist weer wel, dus danste die tijdens de kermis veel met Hoogkamers vrouw. Iemand vroeg hem: wie heeft jouw vrouw thuis gebracht Bert? Dat heb je dan op een dorp, daar wordt snel gekletst, maar het zat gelukkig goed.

Als losse werker heeft hij in de buurt van Abbenes bij veel boeren gewerkt, bij Baars maar ook aan het Turfspoor bij Molenaar, Buitenhuis of de Regt. Bij de boer kon je dan ook mee eten. Maar er was hem ter ore gekomen dat bij  Molenaar ‘ze er niet zo goed van vreten’ oftewel: men vond het eten niet lekker. Dus zei Hoogkamer maar dat hij niet mee at, omdat hij brood bij zich had.

 Als de korenbouw binnen was, moest er worden getrakteerd. Maar omdat Hoogkamer bijna jarig was, haalde hij een fles drank. Hij wilde zich groot houden, dus dronk na een dag hard werken gezellig mee. Kleine Theo kwam hem ophalen en zo ging Hoogkamer met Theo op de stang naar huis. “Wat slinger je papa” was het commentaar van kleine Theo.

Wordt vervolgd!


Opbellen
E-mail
Info